Wil je meer weten over wat we voor jou kunnen doen of wil je direct met een van onze coaches uit jouw regio spreken? Wij zijn er voor jou!
ContactScholen zijn wettelijk verplicht verzuim van (meer dan) 16 uur in 4 weken te melden bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Het RBL ontvangt de melding via het verzuimloket van DUO. In deze melding staan persoonsgegevens van de jongere en gegevens zoals adres, woonplaats en relationele banden zoals ouders en verzorgers. Dankzij de koppeling vanuit DUO worden alle gegevens volgens AVG-richtlijnen gedeeld.
Vervolgens:
In uitzonderlijke situaties en maximaal 10 dagen per jaar, kunnen ouders verlof voor hun kind aanvragen buiten de schoolvakanties. Dat mag nooit in de eerste twee weken na de zomervakantie.
Verlof tot en met 10 dagen beslist de directeur van de school. Een verlofaanvraag voor meer dan tien dagen moet worden ingediend op school. De directeur stuurt de aanvraag dan door naar het RBL dat daarover beslist.
Als ouders aantoonbaar een beroep hebben waardoor het onmogelijk is om in de reguliere schoolvakanties weg te gaan, kan maximaal één keer per jaar extra verlof worden verleend. Uitspraken van de rechter wijzen uit dat alleen als ouders een beroep hebben in de horeca, toeristische sector of in de agrarische sector, zij recht kunnen hebben op extra vakantieverlof. Zij moeten het verlof dan wel minimaal zes weken van tevoren schriftelijk aanvragen bij de directeur van de school.
In sommige gevallen kan een leerplichtig kind een extra vrije dag krijgen. Bijvoorbeeld in het geval van:
Het verlof dient, indien mogelijk, 6 weken van tevoren schriftelijk te worden aangevraagd. De toe- of afwijzing gebeurt schriftelijk.
Voor het voldoen aan religieuze verplichtingen of de viering van niet-christelijke feestdagen kunt u maximaal één dag per verplichting toekennen. Ouders moeten het geplande verzuim minstens twee dagen van tevoren melden bij de schooldirectie.
Als school kunt u het RBL in een vroeg stadium om advies vragen als thuiszitten dreigt. Het RBL werkt samen met ouders, scholen en samenwerkingsverbanden passend onderwijs om thuiszitten te voorkomen. Voor kinderen en jongeren voor wie naar school gaan (tijdelijk) niet mogelijk is, onderzoeken we de mogelijkheden om wel in ontwikkeling te blijven. Het liefst zien we thuiszitters weer aanhaken bij het onderwijs.
Een schoolbestuur is bevoegd om leerlingen toe te laten, te schorsen en te verwijderen. Een schorsing duurt maximaal vijf schooldagen. De leerling moet daarna weer toegelaten worden op school, tenzij er schriftelijk een onderbouwing wordt gegeven voor verlenging. De directeur informeert de leerling en de ouders schriftelijk over:
Bij een schorsing van meer dan één dag is de directeur verplicht ook de inspectie van het onderwijs op de hoogte te stellen. Bovendien moet de consulent leerrecht worden geïnformeerd.
Twijfelt u of u een leerling tijdelijk mag schorsen, bijvoorbeeld vanwege stelselmatig pestgedrag? Neem contact op met een van onze consulenten leerrecht.
Een leerling verwijderen van school is een uiterste maatregel die aan strikte voorwaarden is gebonden. Zo moeten altijd de ouders/verzorgers gehoord worden, en ook de leerling zelf als deze 12 jaar of ouder is. Bovendien geldt voor het primair onderwijs dat de groepsleerkracht bij dit proces wordt betrokken. Voor het voortgezet onderwijs is overleg met de Onderwijsinspectie vereist voordat een besluit kan worden genomen.
Als school informeert u de ouders schriftelijk over de reden van de verwijdering en hoe daartegen bezwaar gemaakt kan worden. Ook informeert u de consulent leerrecht over de verwijdering.
Definitieve verwijdering kan alleen als de directie een andere school bereid heeft gevonden de leerling toe te laten. In het basisonderwijs en het beroepsonderwijs geldt de regel dat toch tot verwijdering kan worden overgegaan als de school zonder succes acht weken lang heeft gezocht naar een andere school. Deze zoektocht heet 'de inspanningsverplichting'. De inspanning moet aantoonbaar zijn.
Verwijdering van het voortgezet onderwijs is alleen mogelijk als plaatsing op een andere school geregeld is. Aanvullend is in het Inrichtingsbesluit WVO (Wet op het Voortgezet Onderwijs) bepaald dat verwijdering in de loop van een schooljaar niet kan plaatsvinden op grond van onvoldoende vorderingen.
Regels rondom schorsing en verwijdering op het mbo moeten opgenomen zijn in de onderwijsovereenkomst. In het deelnemersstatuut is opgenomen hoe de mbo-instelling hiermee omgaat.